IJSKELDER VOORMALIGE BIERBROUWERIJ GEBROEDERS BEUING

Op 1 februari 1860 dienden de broers Franz en Johann Hermann Beuing de aanvraag in voor de bouw van een "Beierse" brouwerij in Altenberge. Met deze vermelding voegden ze het eigendomsbewijs toe voor het aangewezen pand in het noorden van het dorp en de bijbehorende bouwplannen. De brouwerij kon op 31 januari 1861 met de productie beginnen.

In 1871 kreeg de brouwerij een stoomketel en een stoommachine.

Vanaf 1879 werd de brouwerij bovendien uitgerust met een kunstmatig koelsysteem van Linde als aanvulling op natuurlijke ijskoeling.

In 1890 werd de grote opslagkelder op de middelste verdieping met daarboven de dubbele verdieping ijskelder vergroot tot een complex van vier verdiepingen.

Na een verwoestende brand in de brouwerij in 1927 werd deze in 1929 verkocht aan de Zweedse koopman Andreas Okesson. Een volgende eigendomsoverdracht vond plaats in 1930. De brouwerij wordt nu eigendom van Clemens Beuing.

In 1931 werd het lot van brouwerij Beuing in Altenberge definitief bezegeld. Twee economisch sterke bedrijven, de Germania brouwerij en de Rolinck privé brouwerij, verplichtten de eigenaar contractueel om nooit meer bier te produceren op zijn bedrijfsterrein.

                Cultuurmonument

Deze ijskelder is belangrijk voor de ontwikkeling van de arbeids- en productieomstandigheden van deze brouwerij. Dit komt omdat het wort, het brouwsel van mout en hop zeer snel moet worden afgekoeld tot keldertemperatuur om vervolgens de biergist te fermenteren in de gistingstanks in de gistingskelder. Dit proces nam ongeveer acht dagen in beslag. Het afgewerkte jonge bier werd vervolgens overgebracht naar opslagvaten waarin de nagisting begint. Na ongeveer acht tot twaalf weken is het bier volledig rijp. Voldoende koelte speelt hierbij een cruciale rol, vooral in de zomermaanden, zodat het bier door de hoge omgevingstemperatuur niet "kantelt". Dit kwam door het ijs dat in de ijskelder was opgeslagen. Het is momenteel echter niet begrijpelijk waarom de technische norm met stoommachine en ijsmachine, die bekend is sinds het midden van de jaren tachtig, niet werd gebruikt. Een verklaring zou kunnen zijn het goedkope gebruik van de ijsvijvers destijds in de buurt van de brouwerij.

Nadat het “Westfälische Amt für Denkmalpflege” het uitzonderlijke belang van dit ijskeldercomplex had erkend, werd het complex in 1996 tot monument verklaard en onder bescherming geplaatst.

De ondergrondse kelderfaciliteiten van de brouwerij strekken zich uit over meerdere verdiepingen, waarin het ijs voor koeling en de vaten voor fermentatie en rijping werden opgeslagen. Je benedenverdieping is lang een verblijf geweest voor bedreigde vleermuissoorten. In de ijskelder Altenberge komen monument en natuur samen.

In het kader van de REGIONALE 2004 hebben de uitbreidingsmaatregelen en de bouw van het informatiepaviljoen plaatsgevonden. De vorm van het transparante paviljoen van donker staal en groen glinsterend glas doet denken aan een ijsschots. Het steekt uit boven de overblijfselen van de muur van het voormalige brouwerijgebouw en vormt de toegang tot de ijskelder.

Een tentoonstelling introduceert de geschiedenis van brouwerij Beuing, de ijskelder en het "geluk van de kou". De bewoners van het monument - de vleermuizen - worden ook in de tentoonstelling gepresenteerd.

Het paviljoen maakt projectaanbiedingen voor scholen en groepen mogelijk, evenals lezingen en vergaderingen. Media-apparatuur is beschikbaar.

(bron: eiskeller-altenberge.de)