contact

contact

Doesburgsche Mosterd- en Azijnfabriek

Doesburg aan de IJssel herbergt een unieke fabriek, in 1974 uitgebreid met een museum, gewijd aan de productie van mosterd en azijn. Apparatuur uit diverse verdwenen mosterdfabrieken wordt gebruikt voor de productie. Het afvullen in luxe potjes wordt met oude afvulapparaten gedaan.

Your Location?

Doesburgsche Mosterd- en Azijnfabriek
DOESBURGSCHE MOSTERD- EN AZIJNFABRIEK
Boekholtstraat 22-26
6981 CW Doesburg
REGIO ACHTERHOEK
Nederland

Geschiedenis

Reeds in 1457 werd er door Gosen Momme in Doesburg mosterd gemaakt.

De oudste aantekening over de huidige mosterdfabriek stamt uit 1806. In het oudste Doesburgse patentregister staat dan Jacobus Egelbertus Jacobs als “mosterdfabrijkeur” vermeld. Hij was winkelier en kuiper in de Kerkstraat en maakte mosterd met een handmolen.

In 1835 nam zijn buurman, de winkelier Hendrik Lebbink, de mosterdmakerij over. Na diens overlijden in 1857 hebben zijn dochters Maria Geurtdina en Agatha Jacoba de zaak voortgezet tot 1877, in welk jaar zij de mosterdmakerij verkochten aan hun buurman, de winkelier Marinus Jansen, die de mosterdmakerij op zijn beurt weer over deed aan de Velpse stalhoudersknecht Jan Burgers. Deze Burgers liet twee jaar later achter het pand Kerkstraat 8 een kleine ruimte bouwen, waarin een op het stedelijk gasnet aangesloten gasmotor werd geplaatst, die de aandrijving van de mosterdmolen moest verzorgen. Op een oud etiket is zichtbaar dat de zaak toen de “Doesburgsche Stoommosterdfabriek” werd genoemd. In die tijd werd de Doesburgsche mosterd niet alleen in Doesburg maar ook in de wijde omgeving tot diep in de Achterhoek met kruiwagens en paard en wagen verkocht in Keulse potjes met de blauwe leters JBD (Jan Burgers Doesburg), afgedicht met een echte varkensblaas. Ook nu nog wordt de Doesburgsche mosterd ondermeer in originele Keulse potjes met de initialen DM (Doesburgsche Mosterd) verkocht. In de loop der jaren werd de gasmotor vevangen door een elektrische en in 1932 droeg Jan Burgers de zaak over aan zijn zoon Johan Arnoldus, die toen onder de handelsnaam “Fa. J. Burgers en Zoon” niet alleen mosterd maar ook azijn maakte. Dat was in die tijd geen ongebruikelijke combinatie omdat azijn een essentieel ingrediënt van mosterd is. Ook dreef hij een slijterij, wat ook niet zo verwonderlijk is, want de basis van azijn is alcohol.

 

In 1944 kocht Willem Reinder van der Laan, kruidenier te ’s-Heerenberg, de zaak van Johan Burgers. De feitelijke overdracht kwam op 1 januari 1948 tot stand. Van der Laan verplaatste de mosterd- en azijnfabriek naar de Boekholtstraat 8, vanuit welk pand hij tevens een groothandel in vruchtenwijnen en limonadesiropen bedreef. In 1967 nam Gerrit Kuperus de zaak over en ontving, samen met zijn echtgenote, voor het eerst bezoekers. De jaren daarna staakten tal van mosterdfabrieken hun activiteiten, waardoor de inventaris van het pand met een aantal mosterdmolens kon worden uitgebreid.

Wegens ruimtegebrek verhuisde de mosterdfabriek in 1974 naar de Boekholtstraat 22-26, waar een onbewoonbaar verklaarde woning en een opslagplaats werden vebouwd tot het werkende museum.

Vandaag de dag wordt de museale mosterd- en azijnfabriek gerund door de dochter en schoonzoon van het echtpaar Kuperus.

(bron: doesburgschemosterd.nl)

 

Admission: For details see website
Access for persons with disabilities: For details see website