contact

contact

Spil in de lijnolie-industrie, de Pelmolen

De Rijssense Pelmolen werd in de 18e eeuw gebouwd. De locatie was slim: op een kruispunt van water- (de rivier de Regge) en landwegen, te midden van een agrarisch gebied waar kool – en lijnzaad werd verbouwd. In de molen werd olie geslagen en gerst tot gort gepeld. De producten vonden hun weg via de Enterse zompen, paard en wagen en later met de stoomtrein door heel Twente. De molen bleef tot 1913 in bedrijf. Anno nu is de molen een werkend museum en halteplaats voor vaartochten met de zomp.

Industrieel erfgoed

De industriële revolutie in de 19e eeuw had grote gevolgen voor het landschap en de samenleving. Het zorgde voor een enorme stijging van de welvaart. In Twente liggen nog vele opvallende monumenten van dit industriële verleden. Bekijk hier het verhaal over de Pelmolen in Rijssen 

De bouw in de 18e eeuw

Rijssenaar Jan ter Horst liet de olie- en pelmolen in 1752 bouwen. Hij koos deze hoger gelegen plek, direct aan de Regge, vrij in het landschap en goed gelegen aan (water)wegen. De romp kocht hij waarschijnlijk in de Noord-Hollandse Beemster-polder. Ter Horst was niet alleen graanhandelaar maar ook burgemeester. Zijn familiezegel, een met helm gedekt schild en erop een anker is als wapen staat nog steeds in de windwijzer op de kap te zien.

BEZOEK PELMOLEN TER HORST

Aan de rand van Rijssen bij de Regge ligt een achtkante stellingmolen op schuur: de Pelmolen ter Horst. De molen vormt met zowel zijn sierlijke als stoere uitstraling sinds 1752 een markant punt in het landschap van Rijssen.

Industriemolen

De voormalige Beemster-molen kreeg een nieuwe functie: industriemolen. Die functie vereiste een zwaar onderstel van eikenhout en bijgebouwen. De kap werd bedekt met dunne houten plankjes, schaliën. Het eikenhout van de vloeren en de schaliën zijn afkomstig uit Wierden. Dankzij de onderbouw met stelling kwam de molen hoog in het landschap te staan, gunstig voor windvang en een continue productie.

Bloeitijd van de Pelmolen

Op de begane grond werd van oliehoudende zaden olie geslagen voor consumptie, om in te bakken, voor verlichting, voor verf. De restproducten leverden lijnkoeken en lijn meel. Die dienden als veevoer. De gort-productie was op de derde verdieping; het ontstond door het pellen van de vliesjes van gerst-zaden en het scheiden van het kaf van de korrels.

De negentiende eeuw was de bloeitijd van de Pelmolen, toen hij een van de drie belangrijkste industriemolens van Twente was. Tot 1872 was de Pelmolen alleen bereikbaar via de Regge of via de onverharde weg. In 1910 werd een spoorlijn, waarop het treintje Bello reed, vlak langs de Pelmolen aangelegd. 

Neergang

Vanaf 1900 raakte de Pelmolen minder intensief in gebruik. Er was minder vraag naar producten die de molen vervaardigde. Tegelijkertijd wonnen de stoommachines terrein. Daarnaast was er veel tumult rond de waterhuishouding in de regio waar de molen staat. Dit leidde tot maatregelen die ten koste van de scheepvaart gingen. Uiteindelijk werd de Pelmolen in 1913 – noodgedwongen – buiten gebruik gesteld. 

Zompen

De zomp is een oud scheepstype, dat tussen 1670 en 1925 voor vrachttransport werd gebruikt. Ze voeren ook op de Regge. De diepgang van 40 centimeter was bij uitstek geschikt voor de smalle, bochtige en ondiepe riviertjes in Oost-Nederland. Na 1925 wonnen andere transportmiddelen het van de zompen en raakten ze in vergetelheid. Sinds is een replica van de vroegere zompen opnieuw in de vaart. De Pelmolen is een van de opstapplaatsen.