Textielindustrie

De verbouw van vlas en de daarmee samenhangende thuisspinnerij en -weverij van linnen was in de 18de en de eerste helft 19de eeuw wijdverbreid op het platteland van Oost-Nederland en Westmünsterland. Vroege industriële productie in de Achterhoek ontstond vanaf 1834 in het nog bestaande gebouw van de spinnerij en handweverij van Jean Baptiste Paul Bouquié (1778-1855), aan de Haaksbergseweg 16 te Eibergen, gesitueerd nabij de rivier de Berkel.

Gelijk op ging de ontwikkeling van de textielnijverheid in Westmünsterland en het Graafschap Bentheim. Vanaf midden 19de eeuw groeide het aantal industriële productieplaatsen zowel aan de Nederlandse als Duitse zijde van de grens snel in plaatsen als Aalten, Almelo, Eibergen, Enschede, Hengelo, Neede, Winterswijk, Bocholt, Borken, Greven, Gronau, Nordhorn, Ochtrup, Rheine, Schüttorf, Steinfurt en Vreden.

Categorieën textielindustrie:

• Het maken van garen [spinnen]
• Het maken van doek [weven, breien]
• Combinatie maken van garen en doek [spinnen en weven]
• Nabewerken van doek [verven, bedrukken, borduren, bleken]
• Kledingindustrie, kledinghandelsondernemingen, home textiles