Huesker katoenspinnerij en mechanische weverij

Gescher in de jaren 1830 en 1840, aan de vooravond van de industrialisatie: in de stad en de omliggende boerengemeenschappen werkten soms tot 500 wevers aan huis - dat is ongeveer 13 procent van de totale bevolking in die tijd. Ze verwerken de nieuwe katoenvezel die uit Amerika komt. Handelaren - zogenaamde uitgevers - leveren hun garen, verkopen de daarvan gemaakte stoffen en betalen de thuiswerkers een vooraf overeengekomen aandeel minus de garenkosten. De zaken gaan goed, de uitgevers hebben meer en meer wevers onder contract. Tot de meest succesvolle behoren J. Schulze (100 weefgetouwen), F.J. Eckrodt (118 weefgetouwen), Huesker & Butenberg (309 weefgetouwen) en C. Gescher (85 weefgetouwen).

Met de oprichting van de mechanische weverij H. & J. Huesker u. Co. eind 1861 begint ook in Gescher de industriële revolutie. Weldra ratelen 200 weefgetouwen in de nieuwe fabriek aan de oostelijke rand van de stad, in de onmiddellijke nabijheid van de loop van de rivier de Berkel. In 1869 krijgt het bedrijf het eerste telegraafstation in de regio, dat ook beschikbaar is voor de stad, aangezien het in 1874 naar het postkantoor wordt verplaatst. In 1876 bouwt Huesker nog een weverij in Vreden, en de stoommachine die in 1885 in het hoofdkantoor van Gescher wordt geïnstalleerd, voorziet van 1899 tot 1926 de hele stad van elektriciteit.

In 1905 geeft de bedrijfsleiding de Zwitserse firma Séquin & Knobel opdracht tot de bouw van een spinnerij, die al in 1909 wordt uitgebreid met een bijgebouw van dezelfde grootte. Huesker volgt daarbij dezelfde weg als de meeste andere opkomende textielbedrijven in het Münsterland en neemt het hele productieproces - van vezel tot afgewerkt doek - in eigen handen.

De architectuur van de nieuwe spinnerij, die werk biedt aan 613 mensen in ploegendienst, voldoet aan twee voorwaarden: Het is functioneel en representatief. Functioneel gezien volgt het de bouw- en veiligheidsnormen van die tijd: grote, dicht op elkaar geplaatste ramen zorgen voor voldoende lichtinval, een staalskelet vormt het dragende geraamte, gietijzeren kolommen ondersteunen de brandvrije plafonds van de halachtige vertrekken, ruimtelijk gescheiden stoftorens isoleren het brandgevaar, doen dienst als trappenhuis en deels ook als watertoren om het sprinklersysteem te voeden.

Deze functionaliteit gaat schuil achter een zeer representatieve bakstenen gevel. De overdadige structuur van kantelen en pilasterlijsten en de kleurrijke kroonlijsten en vensterbogen met hun historiserende elementen beantwoorden aan de smaak van de tijd en onderstrepen tegelijkertijd het sociale prestige van de eigenaars. Om de indruk niet te verstoren, bevinden het ketelhuis, het machinistenhuis en de schoorsteen zich aan de achterzijde van het gebouw.

De spinnerij overleefde de textielcrisis, net als het bedrijf zelf, dat al in een vroeg stadium overschakelde op de productie van producten van synthetische garens en kunststoffen en nu wereldleider is op het gebied van intelligent textiel. Na enkele jaren leeg te hebben gestaan, werd de spinnerij in 1994 volledig gerenoveerd en doet sinds 2011 dienst als beschermd kantoorgebouw voor Huesker Synthetic GmbH & Co. opgericht in 1973.