Stadsvilla ‘’t Natte Hemd’, bouwheer H.W. ter Kuile (1911)

Aan de Tromplaan staat een aantal statige panden die een indruk geven van de welvaart in de negentiende eeuw. Enschede was het toneel van ronkende textielfabrieken in het begin van de twintigste eeuw. Stoomspinnerijen, weverijen en blekerijen bepaalden het stadsgezicht en in de textielindustrie was volop werkgelegenheid te vinden. De fabrikantenfamilie Ter Kuile was al sinds 1750 actief in de textielhandel.

Fabrikantenfamilies behoorden destijds tot de elite van de stad en hadden onderling veel contact. Hoewel het hen regelmatig voor de wind ging zakelijk gezien, verloor deze familie veel van hun stadsbezittingen in de grote Enschedese stadsbrand in 1862 en werd het nalatenschap van de familiebedrijven bemoeilijkt door sterfgevallen. In 1795 trouwde dochter Ter Kuile met de zoon van textielfabrikant Van Heek & Co. Na overlijden van haar man leidt Margaretha Hermina zelfstandig haar eigen textielonderneming en beheert zij ook een tijd lang de belangen van de textielfabriek Van Heek.