Deitmar boerderij met pakhuis rond 1550

De Schulzenhof Deitmar werd voor het eerst vermeld in de 12e eeuw en behoorde tot de bezittingen van het Mauritzstift in Münster tot het begin van de 20e eeuw. Het hoofdgebouw, oorspronkelijk een typische Münsterlandse boerderij in paal-en-balkconstructie, heeft in zijn geschiedenis vele veranderingen ondergaan. De meest ingrijpende verandering vond plaats in 1912/13 toen het werd omgebouwd tot een zuiver residentieel gebouw: stallen en uitrusting werden overgebracht naar omliggende gebouwen, en de toegenomen vraag van de bewoners naar een comfortabeler leven kwam tot uiting in de installatie van cokesverwarming en verschillende badkamers. In 1955 verwerft de stad Emsdetten de hele hoeve en verandert ze in het "museumeiland" Hof Deitmar.

Daartoe behoort een vakwerkopslaggebouw uit het midden van de 16e eeuw, dat nu dienst doet als museum voor landbouwwerktuigen. Het is een zeldzaam voorbeeld van een pakhuis dat als verdieping is gebouwd. De bovenverdieping steekt aan alle vier de zijden uit, de benedenverdieping rust op een sokkel van zandsteen. Twee deuren en twee luiken identificeren de noordgevel als de hoofdgevel.

Tot het "museumeiland" behoren ook het Wannenmacher Museum (zie 1. Wannenmacher Museum Emsdetten) en het Ernst-Holländer Museum in een langgerekt bijgebouw van één verdieping bij het hoofdgebouw. Het draagt de naam van een van de medeoprichters van de plaatselijke erfgoedvereniging en illustreert de transformatie van Emsdetten van een doe-het-zelf-dorp tot een industriestad binnen een eeuw met behulp van historische apparatuur en machines.